- Boezeman, D. en Donkers, H. (2020). Fairbourne bereidt zich voor op georganiseerde terugtrekking. Geografie 30(4). p.20-22
- Donkers, H. (2020). Engels neefje Zandmotor. Brug naar georganiseerde terugtrekking. Geografie 30(4). p.17-19
Westerse landen waren gewend hun plastic afval naar China te exporteren. Toen China in 2018 een importverbod op plastic afval afkondigde zette dit de internationale afvalhandel op zijn kop. Het zou een prikkel kunnen zijn om (a) minder plastic te gaan gebruiken en (b) meer zelf te recyclen.
- Donkers, H. en Van Vijfeijken, B. (2020) Never waste een afvalcrisis. Chinees importverbod op plastic afval. Geografie 30 (4). p.6-11
Uitgebreid interview met professor Pieter Leroy over 40 jaar milieuproblematiek en milieubeleid, de meerwaarde van een sociaalwetenschappelijke benadering van milieuvraagstukken naast een natuurwetenschappelijke, de oorzaken van de geringe effectiviteit van milieubeleid, het Nederlandse gepolder (Klimaatakkoord), de beperkingen van de democratie bij de aanpak van milieuproblemen, ecologie versus technologie, individuele gedragsverandering versus verandering van maatschappelijke structuren, de mens als hoeder van de schepping versus de mens als diersoort die aan haar eigen succes ten onder dreigt te gaan, en meer.
Drieluik over een nieuwe vorm van klimaatadaptatie als gevolg van stijgende zeespiegels. Het hoofdpaneel gaat over het verschijnsel ‘managed retreat’ met soorten en voorbeelden. Paneel 2 gaat over één voorbeeld, namelijk Oakwood Beach op Staten Island bij New York City en paneel 3 over de vraag in hoeverre georganiseerde terugtrekking een optie is voor Nederland.
De hete, droge zomer van 2018
De zomer van 2018 ligt al weer even achter ons, maar dat het een bijzondere zomer was zal niemand vergeten zijn. Hij was (erg) warm en (erg) droog en dat vonden veel mensen prettig. De zomer riep ook gemengde gevoelens op. Warm en droog zomerweer is mooi, maar als je er een tastbaar bewijs van klimaatverandering in ziet kun je er ook een ongemakkelijk gevoel bij krijgen. Veel meteorologen verwachten elke twee tot vijf jaar zo’n zomer (in plaats van elke twintig jaar) en volgens sommige weerkundigen was dit zelfs de eerste van serie die tot 2022 zal aanhouden. Extreme warmte en extreme droogte (niet alleen in Nederland maar ook elders op de wereld) kunnen we niet meer afdoen als incidenten.
In een drieluik kijken we terug op drie onderwerpen die de zomer van 2018 nadrukkelijke agendeerde: warmte/hitte, droogte en natuurbranden. Wat voor problemen leveren ze op? Hoe zijn we daar afgelopen zomer in Nederland mee omgegaan? Zijn we er voldoende op voorbereid als er meer van dergelijke zomers komen?
De eerste twee artikelen van drieluik verschenen in het november/decembernummer van Geografie 2018. Het artikel over natuurbranden in Nederland verschijnt in januari 2019.
De afgelopen jaren hadden veel wereldsteden problemen met hun drinkwatervoorziening (Barcelona, Sao Paulo, Rome, Los Angeles, Melbourne). Door de toenemende verstedelijking en de toenemende waterschaarste worden dat er steeds meer. Eerder legden steden hun inwoners al beperkingen op in hun drinkwatergebruik, maar geen stad is daar zo ver in gegaan als Kaapstad in 2018. Kaapstad was de eerste wereldstad waar Day Zero dreigde, de dag dat er geen water meer uit de kraan komt. Uiteindelijk ging deze in 2018 niet door, mede dankzij strenge rantsoenering van het drinkwatergebruik. Wat kunnen andere wereldsteden leren van de ervaringen van Kaapstad, welke lessen kunnen zijn er uit trekken? Laat Kaapstad een wake up call voor hen zijn.
Het artikel verscheen in het septembernummer van Geografie en is afgesloten in mei. Sindsdien is het peil van de zes stuwmeren die Kaapstad van water voorzien, door de winterregens weer gestegen tot 66% van hun capaciteit.
Na een dienstverband van bijna veertig jaar heb ik op 16 april afscheid genomen van de Radboud Universiteit omdat ik enkele dagen daarvoor de aow-gerechtigde leeftijd had bereikt. Voorlopig blijf ik echter via een gepensioneerdenaanstelling (0-urencontract) verbonden aan de Radboud Universiteit, met name de Sectie geografie, planologie en milieu van de Faculteit der Managementwetenschappen. Ik zal op mijn vakgebied populair-wetenschappelijke artikelen blijven schrijven, alleen of samen met studenten of collega’s. Verder zal ik studenten en medewerkers blijven coachen en begeleiden bij het schrijven van dit soort artikelen. Ook blijf ik actief redactielid van het vakblad Geografie
Mijn afscheid bestond, behalve uit een borrel en een buffet, ook uit een kort symposium getiteld ‘Weg uit de publicatieparadox’. Het vond plaats in Eetcafé BUUR, want in het oude Griekenland was een symposium een eet- en drankfestijn met een vrolijke conversatie of een serieuze discussie over een bepaald onderwerp. Dat onderwerp was in dit geval de universitaire publicatiecultuur waarin medewerkers afgerekend worden op wetenschappelijke artikelen in internationale Engelstalige journals met een hoge impact-factor en populair-wetenschappelijke artikelen in Nederlandstalige tijdschriften niet meetellen. De eerste categorie wordt weinig gelezen maar geldt officieel als publicatie, de tweede categorie wordt veel meer gelezen maar geldt niet als publicatie. Dat is de publicatieparadox. Op het symposium heb ik zelf een pleidooi gehouden voor meer waardering voor populair-wetenschappelijk schrijven in het Nederlands en het delen van kennis met niet-vakgenoten en leken. Filosoof en Denker des vaderlands René ten Bos borduurde daarop voort op basis van zijn laatste boek ‘Het volk in de grot’; hij daagde academici (die de pretentie hebben dat ze de waarheid/werkelijkheid buiten de grot kennen i.t.t. het algemene publiek dat het met de schaduwen daarvan moet doen) uit hun ivoren toren te komen en technieken uit de literatuur en vertelkunst te gebruiken om hun kennis en inzichten te verspreiden. Na deze twee inleidingen leidde Ad van Hout een levendige discussie. In grote lijnen vinden de meesten dat er een te eenzijdige nadruk ligt op Engelstalige academische publicaties en dat er meer waardering moet komen voor andersoortige publicaties. Maar anderzijds: schrijven doe je niet zozeer voor anderen als wel voor je zelf (om zaken helder te krijgen). En het is helemaal niet erg dat veel academische publicaties door weinigen of niemand gelezen worden; er worden ook heel veel voetbalwedstrijden gespeeld, terwijl maar een fractie daarvan de moeite van het bekijken waard is.
Foto’s Rob Gerritsen
Vorig jaar waren we in de nazomer in West-Canada om familie en vrienden te bezoeken, en op vakantie te gaan. We trokken rond door Brits-Columbia en Alberta. Honderden kilometers en dagen achter elkaar reden we door de smog en rook als gevolg van bosbranden. De hele westkust van Noord-Amerika, van Californië tot Alaska, werd erdoor geteisterd. Onze confrontatie met de branden riep allerlei vragen op. Tijdens en na onze reis ben ik daar antwoorden op gaan zoeken. Dit artikel is daarvan het resultaat. Wat me vooral trof was de fire suppression paradox. De branden zijn de laatste jaren zo groot en intens (megafires) door het succes van de brandbestrijding sinds de komst van de kolonisten en de houtindustrie. Daardoor werden de bossen dichter en hoopte er zich een fire load op van dode takken en bomen waardoor de low intensity grondvuren van vroeger veranderen in de high intensity kroonvuren van nu. Vroeger hielden de Indianen (First Nations) de bossen open door gecontroleerde vuren. Die technieken worden nu opnieuw ingezet: met kleinschalige gecontroleerde branden probeert men grootschalige ongecontroleerde branden te voorkomen. Vuur hoort bij de Canadese wouden, de meeste ontstaan ook door blikseminslagen. Maar … toeristen houden er niet van. Ze zien liever groene dan zwartgeblakerde hellingen.
Recent Comments